Interview met Peter van der Ven en Lilia van der Ven-Rayos in Psychologie Magazine

 In vrijwel iedere relatie zoekt één partner naar meer nabijheid terwijl de ander juist meer ruimte nodig heeft. Hoe meer de een ‘trekt’ hoe benauwder de ander het krijgt en andersom. Hoe kom je dan nader tot elkaar?

Door Otje van der Lelij

 

Herken je dit

‘Moet je nou kijken in wat voor zwijnenstal we leven. Ik ben de enige in huis die er iets om geeft dat het netjes en gezellig is,’ foeter ik op mijn vriend die met zijn iPad op de bank ligt en geen kik geeft, wat me nóg kwader maakt. ‘Ik heb ook een baan hoor. Ik kan het niet alleen,’ tier ik verder. Met tegenzin komt hij overeind en vlucht naar boven met de stofzuiger. Zijn stoïcijnse reactie voelt als een afwijzing: het interesseert hem blijkbaar niet dat alles op mijn bordje terecht komt. Eigenlijk snak ik naar een arm om me heen, naar een gebaar dat hij er voor me is: ‘Ach lieverd. Laten we samen even opruimen, dan kunnen we daarna iets leuks doen.’ Het is een patroon waarin we wel vaker zitten, ook als alles goed gaat. Ik ben meestal degene die tijd samen wil doorbrengen, die wil vertellen, en wil praten als me iets dwars zit. Mijn vriend is degene die tijd en ruimte voor zichzelf nodig heeft, die niet per se alles hoeft te delen, en zich terugtrekt als ik aan hem begin te trekken.

Er is altijd een partner die (iets) meer aandacht en genegenheid zoekt, terwijl de ander juist behoefte heeft aan afstand en privacy.


Voor EFT-relatietherapeuten Peter van der Ven en Lilia Rayos is het een bekend patroon, vertellen ze als ik ze opzoek in hun praktijk Heart Connection in Rijswijk. ‘Er is altijd een partner die (iets) meer aandacht en genegenheid zoekt, terwijl de ander juist behoefte heeft aan afstand en privacy. Wij spreken – een beetje zwaar aangezet – over “achtervolgers” en “terugtrekkers”’, vertelt Van der Ven. Beide gedragingen zijn belangrijk. ‘Liefdevolle verbinding is het fundament van een relatie. Het zorgt voor intimiteit en vertrouwen. Toch is het ook belangrijk om af en toe iets voor jezelf te doen, alleen of met vrienden, zodat je van een afstandje kunt reflecteren op je relatie.’ Dat houdt de relatie fris, blijkt uit onderzoek van de Belgisch-Amerikaanse psychotherapeut Esther Perel, die koppels uit meer dan twintig landen vroeg wanneer ze zich het meest tot elkaar aangetrokken voelen. Afstand speelt een belangrijke rol. Niet alleen geografisch: stellen gingen naar elkaar verlangen als een van de twee alleen op pad was. Maar ook emotioneel: van een afstandje naar je partner kijken, bijvoorbeeld als hij geanimeerd in gesprek is, maakt hem of haar aantrekkelijker.

Oerpaniek

De dynamiek wordt pas een probleem als koppels zich niet meer met elkaar verbonden voelen. Of een bedreiging van de relatie ervaren, reëel of denkbeeldig. En hier niet op een eerlijke, kwetsbare manier met elkaar over praten, legt Van der Ven uit. Als we verbondenheid missen, gaat het ‘hechtingsalarm’ in onze hersenen af, en worden we meegesleurd in een oerpaniek, zoals neurowetenschapper Jaak Panksepp het noemt.  Dit mechanisme stamt nog uit onze kindertijd. Als kind verlangde we ook naar de nabijheid en emotionele steun van onze ouders, en voelde we angst en gemis (oerpaniek) als ze er niet (voor ons) waren. Op dezelfde manier willen we ook op onze partner kunnen bouwen.

Oerpaniek in een relatie heeft op mensen een verschillende uitwerking: ze gaan vechten of vluchten. Oftewel: achtervolgen of terugtrekken. Van der Ven: ‘De achtervolger zoekt contact, klampt zich vast, wordt boos en gaat de discussie aan in een poging de ander bij de relatie te betrekken. De terugtrekker neemt afstand en gaat ruzie liever uit de weg. Hij kan zich overspoeld voelen door emoties en gedachten en wil rust en kalmte. Meegaan in een discussie, maakt het alleen maar erger, denkt hij. Door weg te lopen hoopt hij dat de situatie niet verder escaleert en wil hij de goede vrede bewaren. Deze dynamiek zit in meer of mindere mate in alle relaties, maar bij mensen die onveilig gehecht zijn, is het vaak sterker en destructiever.’

Verkeerd signaal

Interessant genoeg is het ene gedrag precies het verkeerde signaal voor de ander, aldus Van der Ven. ‘Hoe meer de achtervolger vecht voor verbinding, hoe meer de terugtrekkende partner zich afzondert in een poging de boel niet verder te laten escaleren en niet gekwetst te worden.’ Terwijl dat precies is wat er dan gebeurt: de achtervolger voelt zich afgewezen en gaat uit onmacht nog meer kritiek geven. Hij heeft niet in de gaten dat hij de ander daarmee juist wegduwt. De terugtrekker voelt zich verstikt en bedreigd, en kruipt uit zelfbescherming nog verder weg achter zijn verdedigingsmuur, wat de achtervolger weer triggert. Zo kunnen stellen in een vicieuze cirkel terecht komen, die hen alleen maar verder uit elkaar drijft.’ Deze dynamiek in relaties noemt de bekende Britse relatietherapeut Sue Johnson de protestpolka.

Rayos ziet het vaak bij cliënten: de vrouw klaagt bijvoorbeeld dat haar man geen rekening met haar houdt. In therapie gaan we dan terug naar een recente ruzie. De vrouw vertelt over de laatste keer dat haar man te laat thuiskwam. Zij vindt dat hij geen rekening met haar houdt. Als ze alle keren opsomt dat hij nog meer te laat was, verdedigt de man zich, maar daarna zwijgt hij en zegt: ‘Zo gaat het nou altijd. Ze blijft zeuren.’’ Beiden hebben niet in de gaten dat ze precies op de verkeerde knoppen bij de ander duwen. De achtervolger jaagt haar man met haar kritiek achter zijn verdedigingsmuur. En haar man verdedigt zich en stoort zich aan haar gezeur.’

Het gezamenlijke doel van achtervolgers en terugtrekkers

 Het gezamenlijke doel van achtervolgers en terugtrekkers is hetzelfde: ze willen allebei veiligheid, geborgenheid en verbinding. Maar ze proberen dat op verschillende manieren te bereiken: door de confrontatie aan te gaan in hoop dat er een opening ontstaat voor verbinding. Of door zich terug te trekken en zo de relatie te beschermen tegen ruzie en kwetsende opmerkingen.

‘Mensen zitten niet altijd in dezelfde rol. Welke reactie we laten zien, kan verschillen per relatie of situatie,’ vertelt Van der Ven. ‘In de ene relatie – dat kan ook een vriendschap of ouder-kindrelatie zijn – kun je meer in de achtervolgende rol zitten terwijl je in de andere relatie een terugtrekkende beweging maakt. Vrouwen zijn meestal de achtervolgende partij en mannen hebben iets vaker de neiging tot vluchten.’

In de relatie van Van der Ven en Rayos zijn de rollen precies omgekeerd. ‘Ik ben de terugtrekker en Peter is de achtervolger,’ zegt Lilia Rayos. ‘Dit heeft bij ons ook te maken met cultuurverschillen. Ik kom uit de Filipijnen, waar alles draait om de familie en het gezin. Als individu moet je je daaraan ondergeschikt maken. Als mijn moeder iets zei, dan moest ik stil zijn en omlaag kijken. Dat deed ik ook in onze relatie als Peter ontevreden was en over dingen wilde praten.’

‘Dat Lilia wegkeek of zelfs de kamer uitliep, voelde als een afwijzing. Het maakte mij boos. In het begin wilde ze ook niet over onze relatie praten, dat vond ze eng. We hebben dat langzaam moeten opbouwen. Wat hierbij geholpen heeft is onze afspraak om niet te discussiëren en oordelen als we over onze relatie gingen praten, om zo veiligheid voor Lilia te creëren.’

Door het patroon groei je uit elkaar

Dat het per relatie en per moment kan verschillen, herken ik zelf ook. In een vorige relatie was ik juist degene die altijd wegliep. Al dat geknuffel en gepraat – ik vond het maar benauwend. Ik wilde mijn eigen ding doen en hoefde niet verstrengeld in elkaars armen op de bank te liggen. Hij werd daar onzeker van, en ging nog harder aan mij trekken: hij eiste een kus en hengelde naar complimenten. Dat hielp niet mee: ik voelde me alleen maar minder tot hem aangetrokken. Ook in mijn huidige relatie – waar ik meestal de aanvallende partij ben – heb ik mijn terugtrek-momenten. Soms heb ik gewoon geen zin om te praten en trek ik me letterlijk terug, in bad. Als dat een paar avonden achter elkaar gebeurt, stapt mijn vriend in de achtervolgende rol. Maar hij is een slimmere achtervolger dan ik. Hij reageert niet boos of gekwetst, maar verleidt me met een film of serie waarvan hij weet dat het écht iets voor mij is.

Als partners langere tijd in een heftige achtervolg-terugtrek-dynamiek zitten, groeien ze vaak uit elkaar, vertelt Van der Ven. ‘De achtervolger geeft het op een bepaald moment op. Hij heeft het gevoel dat al zijn pogingen om dingen uit te praten en dichter tot elkaar te komen toch geen effect hebben. En trekt daaruit de conclusie: de ander geeft niet om mij, ik trek mijn eigen plan wel. De terugtrekker voelt zich door alle kritiek – net als de achtervolger – onzeker, ongewenst en onbemind. De relatie staat er dan slecht voor. Stellen leven compleet langs elkaar heen. Er is geen intimiteit, vreugde en passie meer. De ander is een vreemdeling geworden, een zakenpartner, een co-ouder. Wat je dan vaak hoort is de bekende uitspraak: “We leven als broer en zus”. Heel vaak krijgt een van de partijen een affaire; ze gaan de aandacht, waar ze nog steeds naar verlangen, bij een ander zoeken.’

Met Emotionally Focused Therapy (eft), ontwikkeld door Sue Johnson, en inmiddels ook wetenschappelijk bewezen effectief, kun je uit een negatieve strijddynamiek komen. In deze therapie leren stellen uitspreken wat ze voelen en van de ander nodig hebben.  Zo open je de deur naar een fijne relatie. Van der Ven: ‘Een achtervolger leert bijvoorbeeld – in plaats van op boze toon kritiek te leveren – rustig uit te spreken wat hem triggert en welke behoefte hieraan ten grondslag ligt. Zeg bijvoorbeeld: “Toen je vanochtend naar je telefoon greep toen ik met je wilde praten, voelde het alsof je me buitensloot. Ik word daar onzeker van. Ik zou graag meer tijd met je samen willen doorbrengen. Hoe kunnen we daarvoor zorgen?”’ Dat klinkt meteen heel anders dan mopperen dat je partner niks nuttigs doet in huis en alleen maar oog heeft voor zijn telefoon.

Ook terugtrekkers doen er goed aan om open te zijn over hun emotionele behoeften. ‘Laat je partner weten dat je de neiging hebt je af te sluiten. Je partner begrijpt je dan beter en hoeft niet te raden wat er met je aan de hand is. Vertel dat je een pauze nodig hebt, maar dat je er op een later moment op terugkomt.’

Achter de emoties van de ander te kijken

Wat ook helpt is om achter de emoties van de ander te kijken. Van der Ven: ‘Vaak vatten stellen een emotie van de ander (boosheid, gemopper) persoonlijk op. Ze hebben het gevoel dat ze tekortschieten en schieten in de verdediging. Wij zeggen altijd: ‘Zie de emotie van de ander als een hulproep dat er niet aan een bepaalde behoefte wordt voldaan. Als je partner geïrriteerd is, wil hij misschien eigenlijk zeggen ‘ik heb behoefte om dingen samendoen’ of ‘ik wil kunnen zijn wie ik ben’. Praat hierover met elkaar. Ik zie dat je boos bent, wat is er aan de hand? ‘

 Ven; Wij hebben elke week op zondagochtend een relatiesessie. Met elkaar. Dan oraten we hoe het gegaan is, dat doen we al jaren. Meestal in de keuken. Heel lijstje van punten die terugkomen. Op welk moment voelden we ons verbonden. Waar zijn we dankbaar voor? Een rijtje van dingen die wij belangrijk vinden, en als je daarover praat en je hebt die emotionele verbinding, dan kun je ook beter over praktische dingen praten.

Als je nieuwe stappen wilt leren

En ze zeiden nog iets moois over het belang van oogcontact maken: Als je elkaar in de ogen kijkt terwijl je praat, zal je veel minder snel een kwetsende opmerking maken. Mensen willen elkaar – ten diepste – niet kwetsen. Als je oogcontact maakt , leg je echt contact, en zal je de dingen veel tactischer en respectvoller zeggen.

Als je nieuwe stappen wilt leren, moet je oefenen. In jullie dans heb je geduld naar elkaar om deze nieuwe stappen samen te leren.

Door de dans te vertragen kun je leren hoe je “een stap terug kunt zetten” en zo voldoende veiligheid creëren om te praten over de behoeftes die jullie beiden hebben en de manier waarop jullie kunnen hechten in de relatie.

Gratis kennismaking en verkenning hulpvraag

 

Achtervolgers en terugtrekkers in de liefde